Besmetting door aerosolen

Aerosolen bestaan uit een wolk grote en kleine druppels en uit druppelkernen. Grote druppels hebben een doorsnee van meer dan 5 tot 10 micrometer. Kleine druppels hebben een doorsnee van minder dan 5 micrometer. Druppelkernen bevatten geen vocht. Bij hoesten en niezen komen grote druppels vrij die snel op de grond vallen. Fijne vochtdruppels en druppelkernen blijven langer in de lucht hangen. In het gewone spraakgebruik worden met aerosolen vaak kleine vochtdruppels bedoeld. Het genetisch materiaal van SARS-CoV-2 kan in de lucht blijven hangen. Onderzoekers van de Universiteit van Nebraska namen luchtmonsters in patiëntenkamers en afdelingsgangen. In meerdere monsters vonden ze viraal genetisch materiaal. De onderzoekers konden daar echter geen cellen mee infecteren.

 

Bestrijden van aerosolen door hydro-ionisatie en oxidatie principes

Door middel van zgn. photocatalytische oxidatie, door middel van een lamp in combinatie met een katalysator, ontstaan oxidatoren die acties micro-organismen neutraliseren. De belangrijkste oxidator is waterstofperoxide (H2O2) dat zijn zuiverende werking direct ontplooit in de omgeving. Het bereikt daarmee plaatsen waar andere technieken geen vat op hebben. De verontreinigende stoffen worden bij de bron onschadelijk gemaakt. Met andere woorden, het proces werkt proactief en is milieuvriendelijk. Het H2O2 valt weer uiteen in waterdamp (H2O) en zuurstof (O2). Er blijft geen residu achter.

Bekijk hieronder de uitleg van Wim